Walking in a winter wonderland Walking in a Winter­won­derland

Imagefoto met de KAZAN II GTX, Winter-Image FTNS

Met je lieve­lingsdeken en een warme punch thuis op de bank of koekjes bakken met het gezin – veel mensen zoeken in het koude seizoen het liefst de warmte op. Maar ook in de winter­maanden hebben de natuur en het buiten zijn een heel bijzondere charme en valt er veel te beleven. Als je ook in de winter niet zonder wandelen kunt, zijn er een paar dingen die je in gedachten moet houden. We hebben een paar nuttige tips op een rijtje gezet.

Imagefoto met de KAZAN II GTX, Winter-Image-FTNS

Uitrus­tingstip Sporen in de sneeuw

Naast de juiste kleding moet je bij je volgende winter­wan­deling ook zorgen dat je geschikte schoenen draagt. Hierbij zijn de volgende punten belangrijk:

  1. Materiaal:
    Aangezien je bij een winter­wan­deling vermoe­delijk ook wel eens met sneeuw of regen in aanraking komt, is het heel belangrijk dat je schoenen draagt die waterdicht zijn en waarin bijvoorbeeld een GORE-TEX-membraan is verwerkt.

  2. Isolatie:
    Als je in de winter in de natuur bent, moet je natuurlijk ook rekening houden met een zekere mate van kou. Om te voorkomen dat het gaat vriezen in je schoenen moet je ervoor zorgen dat ze goed geïsoleerd zijn en eventueel gevoerd (bijvoorbeeld met wol). Je kunt natuurlijk ook extra inlegzolen van bont of dikke wollen sokken dragen.

  3. Schacht­hoogte:
    Vanwege de sneeuw­hoogte heeft het voordelen om tijdens een winter­wan­deling schoenen te dragen die in ieder geval tot boven de enkel komen.

  4. Zool­profiel:
    Voor een goede grip op winterse paden moet je een schoen kiezen met een zool die een goed profiel heeft.

Imagefoto met de DUBLIN III GTX, Winter-Image-FTNS

Naar je lichaam luisteren Uitrusten en genieten

Een ander punt om in gedachten te houden tijdens een winter­wan­deling is om je pauzes aan te passen aan de lagere tempe­ratuur Aangezien je lichaam door de kou snel afkoelt, is het raadzaam om meerdere kleinere onder­bre­kingen in te lassen in plaats van één lange pauze. Zo blijft je lichaam zoveel mogelijk op “bedrijf­s­tem­pe­ratuur”. Natuurlijk moet je tijdens je wandeling van tijd tot tijd rust­pauzes nemen. Door de koude lucht en de besneeuwde paden of wegen wordt de wandeling vaak zwaarder. Daarom is het des te belang­rijker om naar je lichaam te luisteren en het niet te over­be­lasten.

Tip:

Denk eraan om bij je wandeling een zitkussen mee te nemen of iets anders waarop je kunt zitten. Zo kun je bijna overal even pauzeren, ook als de bankjes besneeuwd of ijzig zijn.

Imagefoto met de DUBLIN III GTX, Winter-Image-FTNS

Korte dagen, lange nachten Stem je wandeling af op de zonuren van de dag

In de winter veranderen niet alleen de tempe­raturen, maar ook de licht­om­stan­digheden. Bij het plannen van je wandeling moet je er dan ook absoluut aan denken dat je in de winter minder daglicht tot je beschikking hebt. Het wordt pas later licht en ook al vroeger weer donker. Zorg dat je daar niet door wordt verrast en plan je tocht zorg­vuldig en zo exact mogelijk. Daarnaast is het raadzaam om voor de latere uren altijd een zaklamp of hoofdlamp bij je te hebben, zodat je bijvoorbeeld zichtbaar bent voor auto­mo­bi­listen. Ook licht­ge­kleurde kleding helpt om in het donker beter gezien te worden.

Extra tip: In de winter is de hemel vaak erg helder en kun je verschillende ster­ren­beelden herkennen.

Imagefoto met de BARINA III GTX Ws, Winter-Image-FTNS

De juiste kleding Het “laag­jes­systeem”

Een belangrijk punt bij je volgende winter­wan­deling is de keuze van geschikte kleding. Een veel­ge­maakte fout is dat mensen zich te dik aankleden. Als je dan eenmaal in beweging bent, ga je al snel zweten. Je kleding wordt dan vaak nat en droogt door de winterse tempe­raturen maar heel langzaam weer op. Daarom is het aan te bevelen om je te kleden volgens het “laag­jesprincipe”. Daarbij draag je meerdere laagjes, die je weer kunt uittrekken als het warmer wordt.

  1. De eerste laag:
    Voor de eerste laag raden we licht­gewicht thermo-ondergoed aan. Dit vangt het zweet op en voert het vocht af naar buiten.

  2. De tweede laag:
    De tweede laag zorgt voor aangename warmte op het lichaam en voorkomt dat de kou van buitenaf door­dringt. Aanbevolen zijn een wollen trui of een fleecejack. Als je, afhan­kelijk van de tempe­ratuur en je persoonlijke voorkeur, meer laagjes aantrekt, moet de eerste laag dunner zijn dan de volgende.

  3. De derde laag:
    Last but not least moet je dan nog een water­dichte outdoorjas en eventueel een wandelbroek dragen. Deze laag beschermt je tegen sneeuw, regen en wind.