Leef­ruimte scheppen zelf zaad­bom­metjes maken

bastelspass_1-2022_dsc01653

Door het aanleggen van een wilde­bloe­menweide kan iedereen meehelpen om insecten voldoende habitat te geven. Met seedbombs (Engels voor ‘zaad­bom­metjes’) kun je ook thuis of op saaie plekken buiten een kleurrijke bloe­menweide creëren! Er zit alles in wat nodig is om ervoor te zorgen dat de zaadjes die erin zitten ook op een klein stukje grond tot bloei komen, zelfs als je geen groene vingers hebt. De bloemen die eruit groeien, zijn een mooie voedingsbron voor bijen, vlinders en insecten.

  • Bloemzaad
    Gebruik hiervoor 6 eetlepels bloemzaad Bij het uitzoeken van het zaad is het belangrijk dat je bedenkt waar de zaad­bom­metjes terechtkomen. Is dat een plek met veel schaduw, of staan de bloemen de hele dag in de zon? Heel geschikt zijn koren­bloemen, zonne­bloemen, klaprozen en gouds­bloemen. Je kunt het zaad kopen (inheemse plan­ten­soorten of speciale mengsels voor bijen en insecten) of het in de nazomer verzamelen en bewaren voor de volgende seedbombs.

  • Grond
    Hiervan heb je 20 eetlepels nodig. Voor het maken van je eigen zaad­bom­metjes heb je geen speciale grond nodig. Als je tuinaarde gebruikt, kun je er bijvoorbeeld koffiedik of eier­schalen doorheen mengen om de hoeveelheid voedings­stoffen te verhogen. Grond die je in de winkel koopt, bevat al genoeg voedings­stoffen. Daarvoor is deze stap niet nodig. Let er wel op dat de grond geen turf bevat.

  • Klei­poeder of katten­bak­korrels
    Als volgende ingrediënt heb je 12 eetlepels klei­poeder of katten­bak­korrels nodig. Allebei zijn ze geschikt voor je zaad­bom­metjes. Klei­poeder bevat heel veel voedings­stoffen, maar is duur. Katten­bak­korrels zijn een goedkoper alter­natief. Die kun je in bijna elke supermarkt vinden. Het is belangrijk dat ze geen toevoe­gingen zoals geur­stoffen bevatten en dat ze puur uit bentoniet bestaan.

  • Keukengerei
    Ten slotte heb je nog nodig: een grote kom, een pollepel, ± 9 eetlepels water en een ondergrond waarop de zaad­bom­metjes kunnen drogen. Voor dat laatste kun je bijvoorbeeld een oude eierdoos, een bakblik of een theedoek gebruiken.