Onderweg Verzamelen, persen, plakken

2021_jakobwerth_lo-wa-pickingflowers

Rood, geel, blauw, wit – vooral in de lente en de zomer is de natuur een ware bloe­menzee. In allerlei velden en in je eigen tuin bloeien kleurrijke bloemen. Als je wat van de bloe­men­pracht naar je slaapkamer wilt brengen, kun je de bloemen persen, waardoor ze lang houdbaar blijven. Hoe je dat doet? Heel eenvoudig! Verzamel tijdens je volgende wandeling gewoon een paar mooie weide­bloemen en neem ze mee naar huis. Daar pak je een heel dik boek. Vouw dan een vel papier door­midden en leg de bloemen erin. Dat vel papier leg je gewoon midden in het boek. Als je wil, kun je er nog een paar boeken bovenop leggen. Zo vergroot je de druk. Nu laat je stapel boeken gewoon een paar dagen liggen. 5 dagen moet genoeg zijn. Dan doe je het boek voor­zichtig weer open en heb je prachtige geperste bloemen. Die kun je nu op een wit vel papier plakken en ze in een foto­lijstje in je kamer hangen.

Duur­zaam­heidstip: Bloe­men­weiden zijn vooral voor insecten zoals bijen en vlinders heel belangrijk. De bonte velden zijn nodig om de diver­siteit van de soorten in stand te houden. Als het kan, maak dan in je eigen tuin ook een klein bloe­men­weitje. Bloemzaden zijn in veel tuin­winkels te koop.

  • Abenteuerhandbuch_01-2021

    Gewone margriet
    Margrieten zijn gemak­kelijk te herkennen. Ze hebben in het midden een geel hart, dat wordt omkranst door witte straal­bloemen. Straal­bloemen lijken op de stralen van de zon. Een margriet heeft er tussen de 7 en 43. Het gele hart in het midden bestaat uit tot wel 400 heel kleine buis­bloemen. Er staan er vaak veel bij elkaar en ze worden ongeveer 30 tot 60 cm hoog.
    Vroeger werden margrieten ook wel orakel­bloemen genoemd, omdat de mensen geloofden dat je antwoord op een vraag kon krijgen door de witte bloem­blaadjes eraf te plukken. Bijvoorbeeld: hij houdt van me, hij houdt niet van me, hij houdt van me… tot je bij het laatste blaadje je antwoord hebt gekregen.

  • Abenteuerhandbuch_01-2021

    Paar­denbloem
    Paar­den­bloemen worden ook wel pisbloemen genoemd. De gele “blaadjes” zijn allemaal bloe­metjes die in een mandje staan. De steel is hol en bevat een wit melk­achtig sap. Het is ondui­delijk waarom paar­den­bloemen zo heten. Met paarden hebben ze in elk geval niets te maken. Elk kleine bloempje wordt een zaadje met een klein pluisje eraan waardoor het meegenomen kan worden door de wind. Alle pluizen van een grote bloem vormen samen een witte bol – die heet een plui­zenbol. Als je erop blaast, vliegen de pluisjes weg.

  • Abenteuerhandbuch_01-2021

    Rode klaver
    Rode klaver groeit in weiden en velden, langs de rand van de weg en in de berm. Dit was de eerste soort klaver die ook als voedergewas werd geteeld. Meestal zitten er twee bloem­hoofdjes aan een steel, die na elkaar bloeien. De bloemen kunnen donkerrood of roze van kleur zijn.

  • Abenteuerhandbuch_01-2021

    Klaproos
    Klaprozen zijn prachtige en zeer opvallende bloemen. Ze hebben meestal vier grote rode bloem­blaadjes. De bladeren en de steel zijn bedekt met kleine uitstaande borstel­haartjes. De plant bevat een wit melk­achtig sap. Dat is licht giftig, dus je moet klaprozen in geen geval eten. Klaprozen hebben donkere zaadjes. Als de zaadjes van de klaproos gedroogd zijn, veegt de wind ze weg.

  • Abenteuerhandbuch_01-2021

    Veldsalie
    Veldsalie is heel opvallend. De bloemen hebben een felle, blauw­paarse kleur. Als je goed kijkt, lijken de bloemen een beetje op een open mond. Veldsalie groet vooral in zonnige gras­landen of langs de kant van de weg.
    De gedroogde plant ziet er niet alleen mooi uit, maar heeft zelfs een helende werking. Van de gedroogde bloemen en blaadjes kun je thee zetten waarmee je kunt gorgelen, wat helpt tegen keelpijn.

  • Abenteuerhandbuch_01-2021

    Boterbloem
    Boter­bloemen heten eigenlijk “scherpe boter­bloemen”. Deze bloem bestaat uit vijf tot zeven bloem­blaadjes. Die hebben een heldergele kleur die een beetje aan de kleur van boter doen denken. Dat is waar de naam vandaan komt. Let op: Ook deze plant is licht giftig. Daarom moet je hem niet eten. Zelfs vee in de wei loopt er in een boog omheen. Maar als de bloemen worden gedroogd, zijn ze niet meer giftig. Dan vinden koeien ze weer lekker.