Waarom gaan we niet met de kabelbaan?
Als ouders moeten we onze doelen aanpassen aan de behoeften van onze kinderen, zodat we ze blijvend plezier in de natuur kunnen geven.
Sinds drie-en-een-half jaar wandelen en reizen we met onze oudste dochter en sinds een jaar zelfs met z’n vieren met een baby – binnenkort peuter – erbij. Met de kinderen is er nogal wat veranderd bij het wandelen en reizen. Maar niet onze liefde voor de bergen en de ontspanning en de kracht die we in de natuur vinden.
Ik wil mijn dochters graag de schoonheid van de natuur en de bergen bijbrengen. Weg van de geprefabriceerde speeltuinwerelden, die sommige ouders verwarren met een circuittraining voor de kinderen, wil ik mijn dochters enthousiast maken voor vrij buiten spelen. De natuur is een enorme speeltuin voor onze kinderen. Wij volwassenen moeten gewoon weer leren kijken. Het zijn de kleine dingen waar kinderen enthousiast van worden.
Rotsen en wortels in plaats van een klimrek. Stenen in een beek gooien en met kindertenen in een koud beekje staan in plaats van in een zwembad met veel chloor. Een broodje eten in de natuur in plaats van in een kindercafé. Kinderhanden die voor het eerst een dennenappel aanraken. De fascinatie als ze voor het eerst een mierenspoor ontdekken. De verbazing over bloemen, dieren, mos en kleine watervallen. Het beleven van bergtoppen wordt voor ons ouders dan naar de achtergrond geduwd, of zelfs naar een onbereikbare afstand. Dat stemt ons niet altijd tevreden, maar als de ogen van onze kinderen onderweg stralen, dan zijn wij als ouders ook gelukkig. Top of geen top.
Ik wil mijn dochters de schoonheid van de natuur laten zien, zodat ze het de moeite waard vinden die te beschermen. Dat kan alleen als ze de natuur zien en ervaren.
Wandelen met kinderen is voor ons volwassenen een heel andere uitdaging en we kunnen zoveel leren en opnieuw ontdekken. Allemaal dingen waar we anders nonchalant aan voorbij lopen. En als je een probleem met geduld hebt, dan weet ik zeker dat je dat weer bij jezelf terugvindt.